Wat gaan we doen om het beleidsdoel te realiseren?

Er hebben geen beleidsmatige bijstellingen plaatsgevonden.

Continuering ondersteuning vanuit Provincie aan regionale regietafels vluchtelingen
In november 2019 zijn alle commissarissen van de Koning in Nederland aangeschreven door de staatssecretaris van Justitie & Veiligheid en minister van BZK met de vraag om de structuur van Provinciale en Regionale Regietafels (PRT’s en RRT’s) weer op te tuigen. Sinds januari 2020 faciliteert de cdK dit provinciale bestuurlijke gesprek vanuit zijn rol als Rijksheer. Deelnemers zijn onder andere de gedeputeerde Wonen, de (plv.) voorzitters van de veiligheidsregio’s en de regionale voorzitters van de bestuurlijke tafels Wonen. Aan deze Provinciale Regietafel hebben de diverse regio’s begin 2021 de vraag aan de provincie gesteld om hen ambtelijk te ondersteunen bij het regionale gesprek over asielopvang en huisvesting van statushouders. Aan dit verzoek heeft de provincie in de PRT van 23 april 2021 gehoor gegeven. Mede door de prognose van COA van een toenemende instroom van asielzoekers en vluchtelingen in ons land in 2022, zal dit vraagstuk onverminderde inzet en aandacht vragen van de verschillende overheden.

 WOB. Versterking capaciteit voor behandeling van verzoeken/ Juridische capaciteit
Gedeputeerde Staten staan voor een open en transparante provincie en ook het uitgangspunt van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en van de nieuwe Wet open overheid (Woo) is ‘openbaar, tenzij’. Daarbij hebben GS herhaaldelijk benadrukt dat beperkte capaciteit en middelen geen reden mogen zijn om gelegitimeerde verzoeken tot openbaarmaking niet of te traag te behandelen. Voor de behandeling van verzoeken op grond van de Wob beschikken wij over een centraal Wob-team, dat op dit moment bestaat uit vijf medewerkers die gemiddeld 100 verzoeken op jaarbasis behandelen. Zoals in het jaarverslag 2020 voor de behandeling van de Wob-verzoeken is aangegeven, is de laatste jaren een duidelijke trend te zien in de aard en soort verzoeken. De verzoeken worden steeds omvangrijker en/of complexer. Er zijn nog altijd verzoeken waar heel specifiek gevraagd wordt naar bepaalde documenten, maar er zijn relatief gezien meer verzoeken die steeds breder geformuleerd worden. Daarnaast wordt er -binnen de context van een heldere bestuurlijke aangelegenheid- steeds vaker een beroep gedaan op meer (soorten) documenten over een langere periode. Dergelijke verzoeken zijn doorgaans afkomstig van belangengroeperingen, journalisten en (advocaten)bureau’s. Dit kost veel tijd van het Wob-team en de werkdruk is met regelmaat uitzonderlijk hoog.

Met de inwerkingtreding van de Woo per 1 mei 2022 en de daarin opgenomen kortere beslistermijnen en gewijzigde uitzonderingsgronden, wordt het in combinatie met de geschetste trend nog lastiger om binnen de gestelde termijnen te voldoen aan de wettelijke verplichtingen tot openbaarmaking en de goede kwaliteit van de besluiten te waarborgen. (Een goede kwaliteit van besluiten betekent doorgaans dat het aantal bezwaar- en beroepszaken relatief beperkt kan blijven. Een verlaging van de kwaliteitsstandaard zal leiden tot extra bezwaar- en beroepszaken, dat weer een onevenredige tijdsbeslag op het Wob-team zal leggen).
Om te waarborgen dat de behandeling van Woo-verzoeken op adequate wijze kan worden voortgezet, is een structurele uitbreiding van het team noodzakelijk. Ook zal het team waar nodig ondersteuning van externe juristen en advocaten moeten kunnen inhuren of opdrachten verstrekken.

Versnellingsbudget transitie landelijk gebied / NPLG.
Gedeputeerde Staten stellen voor een budget van € 20 mln beschikbaar te stellen voor de jaren 2022 en 2023 ten behoeve van en in aanvulling op de opgaven van het toekomstig Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De opgaven uit het NPLG betreffen naast stikstof ook water (Kaderrichtlijn Water), klimaat en biodiversiteit. Daarnaast biedt het budget de mogelijkheid om koppelingen met eigen provinciale beleidsdoelen te maken en uitvoering te versnellen. Het college stelt voor de middelen reeds in 2022 beschikbaar te stellen, omdat het Rijk en de provincies nog nadere afspraken moeten maken over de beoogde rijksmiddelen vanuit het transitiefonds (NPLG) en middelen vanuit het stikstof- en het veenweidedossier.

Het budget van € 20 mln is bedoeld om kansen te benutten die zich nu voordoen en kan benut worden voor onder meer strategische grondverwerving, bijdragen aan verplaatsingskosten van agrariërs,  bijdragen aan technische en managementinnovatie in het boerenbedrijf, voorkoming ondermijnende activiteiten door vrijkomende agrarische bebouwing ten behoeve van de genoemde opgaven. De inzet van de reserve is gericht op directe stikstofdepositievermindering in de Natura 2000 gebieden, directe vermindering milieubelasting, van CO ₂ uit veenbodem en bedrijfsvoering agrariër en verdere verduurzaming en transitie van de landbouwsector. Het integrale karakter van de aanpak NPLG geldt ook voor dit budget.

Het budget wordt ingezet in die gebieden waar transitie van de landbouw en het landelijk gebied prioriteit heeft. Ook kan het budget voorzien in ruil en verplaatsing van agrarische bedrijven waarmee verduurzaming van de agrarische sector en transitie in het landelijk gebied worden ondersteund. Het betreft in alle gevallen van aankoop vrijwillige verwerving. De gronden die opgekocht worden zullen betrokken en ingebracht worden bij gebiedsprocessen. Het budget richt zich op versnellen van de transitie van het landelijk gebied. In beginsel zien wij (een deel van) dit budget als bevoorschotting van rijksmiddelen. Voor daadwerkelijke besteding van deze middelen worden voorwaarden verbonden op basis daadwerkelijke bijdrage aan de vermindering van de milieubelasting.

Er hebben geen beleidsmatige bijstellingen plaatsgevonden.

Er hebben geen beleidsmatige bijstellingen plaatsgevonden.