Inleiding
In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de inzet van personeel en de daarmee samenhangende kosten. Het totaal aan kosten geldt als onze arbeidscapaciteit. De arbeidskosten bestaan uit loonkosten en kosten voor inhuur van externen. Het BBV schrijft voor dat de arbeidskosten voor de uitvoering van beleidsprogramma’s (de directe arbeidskosten) worden opgenomen bij de beleidsprogramma’s. De arbeidskosten van ondersteunende taken (overhead) worden apart verantwoord in Overzichten en Middelen. Het gevolg van deze BBV-werkwijze is dat geen inzicht bestaat in het totaal van de arbeidskosten en de richtlijnen die hierop van toepassing zijn. Deze paragraaf voorziet in de behoefte aan een totaalinzicht in onze arbeidskosten.
In deze paragraaf wordt ingegaan op de samenstelling en de omvang van de benodigde arbeidskosten, bestaande uit:
- loonkosten voor de formatie van de provincie Zuid-Holland;
- loonkosten voor medewerkers in dienst van de provincie die worden gedekt vanuit materiële budgetten;
- kosten voor de inhuur van externen.
De wijze van registreren, sturen en rapporteren is volop in beweging. Dit komt onder andere voort uit de behoefte van Provinciale Staten om meer inzicht te krijgen in de externe inhuur. De provincie ontwikkelt zich tot een opgavegerichte organisatie die de eigen ambities verbindt en realiseert met de omgeving. Onderdeel van de ontwikkeling naar opgavegericht werken is het scherp inzichtelijk hebben van de benodigde arbeidskosten om het provinciale doel te bereiken.
Totaalbeeld arbeidskosten
In de onderstaande tabel is het begrote bedrag van de arbeidskosten opgenomen, onderverdeeld naar de loonkosten en de kosten voor inhuur van externen. Voor elk jaar is zowel de stand na de begroting als de stand na de bijstellingen in de voorjaarsnota opgenomen.
Totaalbeeld arbeidskosten
Omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begroting | Na VJN | Begroting | Na VjN | Begroting | Na VJN | Begroting | Na VJN | |
A. Loonkosten formatie | 141,5 | 143,0 | 141,6 | 143,8 | 141,1 | 143,4 | 138,7 | 139,5 |
B. Loonkosten gefinancierd uit materiële middelen | 10,2 | 11,7 | 9,9 | 12,6 | 10,1 | 10,8 | 9,2 | 10,1 |
C. Kosten voor inhuur van externen | 22,8 | 22,8 | 19,8 | 21,0 | 17,9 | 18,6 | 17,2 | 17,1 |
Totaal arbeidskosten | 174,5 | 177,6 | 171,3 | 177,4 | 169,1 | 172,8 | 165,1 | 166,8 |
Percentage inhuur | 13,0% | 12,8% | 11,6% | 11,8% | 10,6% | 10,8% | 10,4% | 10,3% |