Samenvatting

Financieel beeld

Eventuele mee- en tegenvallers

De afhandeling van Motie 950 Voorspellend vermogen van de heer de Jager van de Christenunie vraagt om een paragraaf met onderwerpen waarvan we weten dat ze een financieel effect op het resultaat gaan hebben in 2022, maar waarvan de hoogte nu nog niet te kwantificeren is. Deze nieuwe paragraaf zal vanaf deze Voorjaarsnota 2022 onderdeel zijn van de bijsturingsproducten in de P&C cyclus en zal bij de Najaarsnota verder ontwikkeld zijn.

Provinciefonds
De Meicirculaire 2022 is nog niet verwerkt in de voorjaarsnota en zal, op basis van de ramingen van de financiële effecten van de belangrijkste maatregelen in het coalitieakkoord voor provincies,  in de najaarsnota een positief effect hebben op het resultaat.

Motorrijtuigenbelasting, compensatie elektrische auto’s
Bij de besluitvorming van de voorjaarsnota van het Rijk komt de compensatie aan de provincies voor de derving van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s aan de orde. Bij positieve besluitvorming zal de definitieve hoogte van het bedrag dat de provincie zal ontvangen voor deze compensatie in de Meicirculaire 2022 bekend gemaakt worden. Uit een voorlopige berekening van het compensatiebedrag komt een bedrag van ruim € 19 mln per jaar voor de jaren 2022 tot en met 2024.

Warmtebedrijf
In de begroting 2022 tot en met 2026 zijn onttrekkingen uit de bestemmingsreserve Warmtelinq in de lasten geraamd waarbij uitgegaan wordt van de kasritmes uit eerdere besluitvorming. Op basis van de huidige ontwikkelingen zullen de bedragen in de meerjarenbegroting naar verwachting moeten worden aangepast. Bij nieuwe besluitvorming worden de financiële effecten verwerkt in het eerstvolgende P&C product.

UWV bijdragen en detacheringsinkomsten
De detacheringsinkomsten en de UWV- inkomsten geven in de jaarrekening vaak een voordelig resultaat. In de jaarrekening 2021 gaat het om een bedrag van € 1,3 mln.  Vanaf de Begroting 2023 zullen deze inkomsten meegenomen worden in de begroting.

Rente
Er is een einde gekomen aan de jarenlange daling van de rente. Sinds 1 januari 2022 is het rentetarief voor 30-jarige lineaire leningen voor decentrale overheden gestegen van 0,7% naar 1,8% in mei 2022. In de meerjarenbegroting 2022 is uitgegaan van een gemiddeld rentepercentage van 0,8% voor nieuw aan te trekken leningen in het jaar 2022 met een gemiddelde stijging van 0,2% in de jaren daarna.
De werkelijke rente bedraagt op het moment van schrijven 1% meer dan het begrote rentepercentage en dit veroorzaakt op de (middel)lange termijn een stijging van de rentelasten ten opzichte van de huidige meerjarenbegroting. Desondanks wordt in deze voorjaarsnota de post rentekosten voor het huidige jaar afgelaagd. Dit wordt geheel veroorzaakt door de onderuitputting van investeringen en exploitatiebudgetten in 2021 en de verwachting dat er ook in 2022  sprake zal zijn van een aanzienlijke onderuitputting. Hierdoor is het de verwachting dat de, al in 2020 aangetrokken, € 100 mln aan langlopende leningen voldoende zal zijn om in de liquiditeitsbehoefte te voorzien.
Naast de stijging van de langlopende rente is het de verwachting dat er dit jaar een einde komt aan de negatieve rente op kortlopende leningen. De afgelopen jaren heeft het aantrekken van kasgeldleningen tot 3 maanden in totaal meer dan € 0,6 mln aan negatieve rente opgeleverd.

Prijsstijging/ indexatie
In 2021 is de indexatie af gaan wijken van de trendmatige prijsontwikkeling, deze ontwikkeling zet zich in 2022 onverminderd door. Met name de GWW-index (grond-, weg- en waterbouw) wijkt sterk af van het percentage waar we in de Begroting 2022 rekening mee hadden gehouden (3,8%) Dit is gebaseerd op een gemiddelde zoals in de grondslagen is uitgeschreven. De daadwerkelijk indexatie over 2021 is 11,9%, hoe de ontwikkeling verder gaat lopen is erg onzeker. Op dit moment is op de stelpost prijscompensatie voor 2022 € 7,1 mln beschikbaar voor indexatie die ontstaat in 2022. Er is nog geen claim gedaan op dit bedrag in de Voorjaarsnota 2022 omdat er op dit moment wordt gewerkt aan het inzichtelijk krijgen van de alle vraagstukken. In de Najaarsnota 2022 en Begroting 2023 wordt dit verkregen inzicht op basis van de dan actuele percentages verwerkt in voorstellen. Dan is ook inzichtelijk of het structurele bedrag wat nu op de stelpost staat voor 2022 voldoende is of niet.  Zie ook onderdeel prijscompensatie voor  meer informatie.

Begrotingsoptimisme
Gebleken is de afgelopen jaren dat de begroting ruimer en ambitieuzer is dan er gerealiseerd kan worden. Ook in 2022 verwachten we onderuitputting op de ambities en beleidsdoelen. In de najaarsnota 2022 zullen we scherp zijn op mogelijke aframingen van budgetten.

Issues met een akkoord zonder financiële mutatie
Op een beperkt aantal onderwerpen gaan we aan de slag zonder dat we hiervoor nu al extra middelen vanuit het begrotingssaldo inzetten. Hierbij werken we wel langs het principe dat het budget dat Provinciale Staten beschikbaar hebben gesteld op beleidsdoelniveau niet overschreden mag worden. Twee voorbeelden zijn de kosten voor faunaschade en het Nationaal Programma Landelijk Gebied binnen Ambitie 5. We monitoren de budgetuitputting per doel en in de najaarsnota (en waar nodig eerder) zullen we  een voorstel tot begrotingsbijstelling doen. Hiermee sturen we er meer op om onderuitputting bij de jaarrekening te voorkomen.

Deze pagina is gebouwd op 07/20/2022 11:33:22 met de export van 07/20/2022 11:08:56